Troost voor misbruikslachtoffers?

Artikelen

Het laatste artikel in de serie over liefde en recht gaat over het bieden van troost aan slachtoffers van seksueel misbruik. Het behandelt drie vragen: (1) Hoe komt het dat iemand die als kind is misbruikt troost nodig heeft? (2) Wie kan de nodige troost geven? En (3) Hoe kun je ze op een goede manier troosten?

Waarom is troost nodig?

Voor wie ook maar iets weet van de gevolgen van seksueel kindermisbruik, is die eerste vraag een erg onnozele. Seksueel kindermisbruik brengt een kind ernstige schade toe. De psychische en emotionele gevolgen zijn dikwijls jaren later nog merkbaar. Temeer wanneer trauma’s door omgevingsfactoren versterkt zijn en wanneer slachtoffers er in een vroeger stadium van zijn weerhouden goede hulpverlening te zoeken.

De Wachttorenleiders zoeken het antwoord niet in de ernst van het seksueel misbruik zelf, maar in het gegeven dat ‘kinderen heel anders zijn dan volwassenen’ en mishandeling daarom een andere uitwerking op hen heeft (par.4). Het artikel geeft drie voorbeelden van waarin kinderen anders zijn dan volwassenen en welke gevolgen dat volgens hen heeft. Om te beginnen moeten kinderen leren hun ouders of verzorgers te vertrouwen. Bij seksueel misbruik wordt dat vertrouwen beschaamd en daardoor hebben slachtoffers nog jarenlang moeite met vertrouwen.

Als tweede voorbeeld noemt het artikel: ‘kinderen zijn kwetsbaar en seksueel misbruik is wreed en schadelijk’. Ook dit spreekt voor zich. Het artikel geeft echter een typische toelichting: ‘Het kan heel schadelijk zijn kinderen te dwingen tot seksuele handelingen lang voordat ze fysiek, emotioneel of mentaal toe zijn aan seks binnen het huwelijk’. De gevolgen zouden dan zijn dat slachtoffers van seksueel misbruik hierdoor een verwrongen kijk op seks krijgen.

Waar het in feite om gaat is dat het kind gedwongen wordt en niet in staat is weerstand te bieden omdat er sprake is van een ongelijke machtsverhouding. Daarbij zit het kind vaak nog in een andere fase van de seksuele ontwikkeling. Al dan niet seks binnen het huwelijk heeft er niets mee te maken. Een slachtoffer kan inderdaad later problemen ondervinden op seksueel gebied. De leiders van Jehova’s Getuigen bedoelen met die verwrongen kijk op seks echter iets anders. Voor hen is alle seks buiten een huwelijk tussen een man en een vrouw verkeerd.

Het derde voorbeeld dat genoemd wordt, willen we wat nader bekijken:

Bij kinderen is het vermogen om te denken, te redeneren of gevaar te herkennen en vermijden nog niet volledig ontwikkeld’ (1Kor. 13:11). Het is daarom heel makkelijk kinderen te misleiden. Kindermisbruikers leren kinderen gevaarlijke leugens. Bijvoorbeeld dat het hun eigen schuld is, dat het een geheim moet blijven, dat niemand hen zal geloven of helpen of dat seksuele handelingen tussen een volwassene en een kind eigenlijk normale uitingen van liefde zijn. Door zulke leugens heeft een kind soms nog jarenlang een verwrongen manier van denken en een vervormd beeld van wat waar is. Zo’n kind krijgt misschien een negatief zelfbeeld, voelt zich schuldig en vies en denkt dat hij de liefde en steun van anderen niet waard is. (par.7)

Het lijkt alsof ze hier proberen de psychische gevolgen van seksueel misbruik te herleiden tot een soort onvermogen bij kinderen om goed te kunnen denken of gevaar te kunnen herkennen. Kindermisbruikers gebruiken leugens en kinderen zijn volgens de JG-leiders gemakkelijk te misleiden. Zeggen dat slachtoffers hierdoor nog jarenlang een ‘verwrongen’ manier van denken hebben, is schadelijk. Het kan ertoe leiden dat van slachtoffers van misbruik wordt gedacht dat ze psychisch in de war zijn of ook op andere terreinen ‘verkeerd’ denken.

Ook deze paragraaf mist het inzicht dat daders gebruik maken van machtsmisbruik en overwicht. Een kind is op geen enkel manier (mede)verantwoordelijk, los van diens vermogens tot denken, of het herkennen van gevaar.

In paragraaf 8 zien Jehova’s Getuigen in de omvang van het seksueel kindermisbruik het duidelijke bewijs dat we in de laatste dagen leven. Dit is simpelweg niet waar. We horen er gewoon meer over omdat het pas in de laatste decennia meer aandacht krijgt en we er openlijker over (durven) praten. Maar dat past niet in het geloof van Jehova’s Getuigen. Zij willen Satan en diens wereld kunnen aanwijzen als de grote boosdoener.

‘Maar Jehovah is veel sterker dan Satan en zijn dienaren’, zegt het artikel. Waar was deze God toen het misbruik plaatsvond? Als God zo machtig is, waarom greep Hij dan niet in? Wat heeft de ervaring van seksueel misbruik gedaan met het vermogen vertrouwen in God te stellen? Het artikel zegt dat we zeker kunnen zijn ‘dat Jehovah heel goed weet hoeveel pijn we ervaren’, dat hij ‘de God van alle troost’ is. Maar hoe kan een slachtoffer van misbruik daarop vertrouwen na de eerdere ervaringen? Verlies van vertrouwen in God wordt niet als gevolg besproken en het is de vraag in hoeverre het bespreekbaar is tijdens een herderlijk bezoek van ouderlingen.

Wie kan troost geven?

In paragrafen 9 t/m 11 wordt beredeneerd dat Jehova’s Getuigen als één grote familie zijn, die elkaar kunnen steunen. Ouderlingen geven ‘met vriendelijke, tedere woorden’ troost uit de Bijbel. Men lijkt te denken dat het voorlezen van een Bijbeltekst troostend is. Werkelijke ondersteuning zit juist in aandacht voor de persoon en diens verhaal, erkenning, of gewoon ‘er zijn’.

Volgens paragraaf 11 en de afbeelding op pagina 16 kunnen ‘rijpe zusters’ ondersteuning en troost bieden aan slachtoffers van seksueel misbruik. Bij de andere afbeeldingen, op pagina 18, zien we dat deze ‘rijpe zuster’ ook aanwezig mag zijn wanneer de ouderlingen bij het misbruikslachtoffer op herderlijk bezoek zijn. Dit laatste wekt de suggestie dat hier tegemoet wordt gekomen aan een aanbeveling van de Royal Commission in Australië, te zorgen voor een (vrouwelijk) steunpersoon. Eigenlijk zou de Royal Commission willen dat vrouwen betrokken worden bij de interne rechtsprocedures, maar dat is voor Jehova’s Getuigen vrijwel niet te verenigen met hun overtuigingen.

Het vragen of gebruik maken van een ‘rijpe zuster’ voor het bieden van troost en ondersteuning is niet nieuw. Wel zegt het document ‘Het Bijbelse standpunt van Jehovah’s Getuigen over de bescherming van kinderen’ bij punt 9 dat een slachtoffer voor morele steun een vertrouwenspersoon (man of vrouw) mag meenemen bij het voorleggen van de beschuldiging aan de ouderlingen. Daar mag die ‘rijpe zuster’ nu dus bij zijn. In het nieuwe Herder-boek (2019) staat dit helaas niet expliciet vermeld. Daar hebben ze de ‘rijpe zuster’ ondergebracht bij de mensen op wie het slachtoffer een beroep kan doen voor troost en ondersteuning (Hoofdstuk 14, punt 17). Laten we hopen dat het misbruikslachtoffer in ieder geval zelf kan bepalen wie haar tot steun kan zijn.

Hoe kun je troost bieden?

Het laatste deel van het artikel geeft praktische tips over wat je kunt doen ter ondersteuning van een misbruikslachtoffer. Ze proberen die tips echter ‘Bijbels’ te onderbouwen met het voorbeeld van Elia en slaan daar de plank helemaal mis.

Volgens het Bijbelse verslag in 1 Koningen 19 had Elia net een stel profeten gedood. Toen Koningin Izebel hem daarop met de dood bedreigde, werd Elia bang en ging op de vlucht. Vervolgens ging hij depressief in de woestijn zitten en vroeg aan God om zijn leven weg te nemen. God stuurde een engel die Elia op wonderbaarlijke wijze van voedsel en water voorzag. Gesterkt door dit voedsel, liep hij in 40 dagen en nachten naar de Horeb, de berg van God. Daar spreekt God hem aan en doet Elia zijn beklag. Vervolgens toont God zichzelf aan Elia. Eerst was er een harde wind die rotsen aan stukken sloeg, dan een aardbeving, vervolgens een vuur en uiteindelijk een rustige zachte stem. Het is een verhaal vol wonderen.

Wie weet hoe vaak een slachtoffer God om hulp heeft gevraagd, om verlost te worden van het misbruik? Er verscheen geen engel, er gebeurden geen wonderen en God liet zich niet zien. Paragraaf 18 stelt dat misbruikslachtoffers zich misschien onwaardig voelen om te bidden. De kans is minstens zo groot dat het slachtoffer geen vertrouwen (meer) heeft in God. Geloofstwijfel of verlies van vertrouwen in God wordt in het hele artikel niet besproken. Terwijl het juist een belangrijk gevolg is van seksueel misbruik in een religieuze omgeving.

Het is de vraag of dit soort geloofsvragen veilig bespreekbaar zijn bij de ouderlingen. Terwijl die juist worden opgeroepen door een voorbeeld als Elia te gebruiken. Geestelijke verzorging zou moeten aansluiten op de existentiële vragen en zorgen waar een misbruikslachtoffer mee zit.

Tot slot

In het hele artikel lijkt nergens te worden gevraagd wat misbruikslachtoffers zelf willen of als troostend zouden ervaren. Nergens wordt ook doorverwezen naar of aangemoedigd om professionele hulpverlening te zoeken. Alleen een kleine voetnoot zegt dat het een persoonlijke beslissing is.

De Wachttoren komt met pasklare antwoorden over wat wel of niet te doen en met Bijbelteksten die als troost moeten dienen. Zo eindigt het artikel met de ‘vertroostende gedachte dat Jehovah iedereen die door Satan en zijn wereld is misbruikt definitief zal genezen’ (par.21).  Daarmee wordt de oorzaak van seksueel misbruik nog maar eens bij Satan en de buitenwereld gelegd. Wie de oorzaak buiten zichzelf zoekt, neemt geen eigen verantwoordelijkheid. Het maakt dat men blind is voor de werkelijke problematiek.

– Februari 2019, bestuur van Reclaimed Voices

 

One thought on “Troost voor misbruikslachtoffers?

  • Pfff. Het artikel in de wachttoren grijpt me erg aan. Ik heb jarenlang gewerkt met mensen die seksueel zijn misbruikt en helaas moet ik zeggen dat niet het artikel in de wachttoren deskundig is geschreven, maar het commentaar erop, raakt de werkelijkheid veel meer. Helaas dat het zo beschreven wordt in de wachttoren, de mensen die het overkomen is, jong of inmiddels ouder, zullen zich nu ook weer gedwongen voelen het op de manier zoals in de wachttoren beschreven wordt te bezien en dat zal ze opnieuw een knauw geven. Dit probleem (ernstig getraumatiseerd zijn) kan door en met deskundigen verwerkt worden. Maar ook dat helpt niet altijd, helaas.

Geef een antwoord