Zembla: de nuance
Openlijk je kwetsbaarheid tonen voor camera door te vertellen wat je hebt meegemaakt is moedig. Wij willen daarom onze waardering uitspreken voor diegenen die hun verhaal hebben gedaan in de reportage Misbruik op weg naar het Paradijs, van Zembla. Deze persoonlijke verhalen maken indruk.
In de reportage lijken twee onderwerpen door elkaar te lopen: enerzijds seksueel kindermisbruik en hoe hiermee wordt omgegaan, anderzijds het opgroeien binnen deze gemeenschap en mogelijke gevolgen hiervan. Voor (ex-)Jehovah’s getuigen die te maken hebben gehad met fysieke mishandeling, uitsluiting en negatieve gevolgen van opgroeien binnen deze gemeenschap is het goed dat er ook erkenning is voor hun ervaringen.
De geloofswereld van Jehovah’s Getuigen is complex. Het kan een uitdaging zijn voor een programma om dit in 35 minuten inzichtelijk te maken voor een algemeen publiek. Drie punten in de uitzending van Zembla, die voornamelijk met het onderwerp seksueel misbruik te maken hadden, verdienen naar onze mening een nadere nuance of correctie. Temeer omdat door de beeldvorming die nu is geschetst misverstanden kunnen ontstaan.
Misbruik niet voornamelijk door ouderlingen
Ten onrechte wordt in Zembla een beeld geschetst alsof het vooral ouderlingen zijn die seksueel misbruik plegen binnen Jehovah’s Getuigen. Dit is niet in overeenstemming met de uitkomst van het onderzoek van de Royal Commission in Australië. Daar bleek dat van de 1006 plegers tussen 1950 en 2015 er 108 ouderling of dienaar in de bediening waren. Dat is iets meer dan 10 procent. In een gemiddelde gemeente van Jehovah’s Getuigen is al gauw meer dan 10 procent van de mannelijke gemeenteleden ouderling of dienaar. Kortom, de bewering of beeldvorming als zou seksueel misbruik bij Jehovah’s Getuigen vooral door ouderlingen worden gepleegd, is onjuist. Ook in de verhalen die bij Reclaimed Voices zijn binnengekomen gaat het slechts bij een beperkt aantal om ouderlingen.
Wel is het zo dat een ouderling een gezags– en vertrouwenspositie heeft in de gemeente. Misbruik door een ouderling krijgt daardoor een extra lading. Deze man vertegenwoordigt binnen het geloof immers Gods organisatie. Hij wordt verondersteld door heilige geest te zijn aangesteld. Daardoor raakt het ook in de persoonlijke geloofsbeleving van een slachtoffer. Want hoe kan God deze man in een positie van ouderling plaatsen of laten blijven als God alles ziet? Zelfs in het hart (van deze man) kan zien? Het is veel moeilijker een beschuldiging in te brengen tegen een ouderling, omdat die door zijn positie eerder wordt geloofd.
Misbruik door ouderlingen zou vergeleken kunnen worden met misbruik door een geestelijke in een andere kerk. Bij Jehovah’s Getuigen gaat het in de meeste gevallen om seksueel misbruik in familiaal verband of door een medegelovige. Dat Jehovah’s Getuigen zichzelf zien als één grote geestelijke familie, waarin men elkaar gemakkelijk vertrouwt, kan hierbij een rol spelen.
Interne rechtsprocedures zijn religieus van aard
Een ander punt wat nuance verdient is die interne rechtsprocedures bij Jehovah’s Getuigen. Maar al te gemakkelijk wordt in de media gezegd dat Jehovah’s Getuigen zaken van seksueel misbruik intern afhandelen, dat zij een eigen rechtssysteem hebben. Het is waar dat zaken – zeker in het verleden – intern werden gehouden. Men voorkomt ook nu nog het liefst dat negatieve berichten naar buiten komen. Dat heeft te maken met de gesloten cultuur en de beleving van de eigen religie als de enige ware (en goede).
Voor alle duidelijkheid: de interne rechtsprocedures zijn religieus van aard. Het gaat daarbij om zaken die volgens de eigen leer als zondig worden gezien, waarbij getracht wordt de zondaar tot berouw te brengen of de gemeente rein te houden. Over de wijze waarop die interne rechtsprocedures worden uitgevoerd valt wel wat te zeggen, maar ze zijn niet primair de oorzaak dat zaken intern worden gehouden. De primaire oorzaak van de zwijgcultuur zit vooral in imago-bescherming, wat je bij elke gesloten gemeenschap ziet, en bij de overtuiging de ware religie te hebben waarin voor het ‘kwade’ geen plaats is.
Het is dus niet zo dat die interne rechtsprocedures een vervanging zijn voor seculiere rechtbanken. Het is ook niet zo dat seksueel misbruik nooit naar buiten komt. Er zijn een aantal slachtoffers die aangifte hebben gedaan waarna er een rechtszaak is geweest.
Het is waar dat slachtoffers of hun familie in het verleden is ontraden aangifte te doen. Dan zouden er maar negatieve koppen in de krant komen. Dat zou smaad op Jehovah’s naam brengen. Het is jammer dat de leiders van de Jehovah’s Getuigen geen erkenning bieden voor dit soort zaken. Ze zouden zoveel sterker overkomen door te erkennen dat er fouten zijn gemaakt in het verleden en dat ze het nu beter willen doen. Het probleem openlijk benoemen kan naar onze mening bijdragen aan de veiligheid van kinderen.
Oud beleid als nieuw gelezen
Ergens op driekwart van de Zembla-uitzending (vanaf 24:19) zegt de voice-over:
“Toch heeft het genootschap de richtlijnen voor het omgaan met seksueel misbruik inmiddels aangescherpt. In het nieuwe ‘Bijbelse standpunt over de bescherming van kinderen’ staat: “Kindermisbruik is een misdrijf. Zeg nooit dat iemand geen aangifte moet doen.”
Het document Het Bijbelse standpunt van Jehovah’s Getuigen over de bescherming van kinderen, waarnaar verwezen wordt, is te vinden op de website van de organisatie en dus voor iedereen toegankelijk. Toen het document werd vrijgegeven, kregen de ouderlingen een brief die hen erop wees dat zij zich dienden te houden aan de instructies in de brief van 1 september 2017, die alleen voor ouderlingen zichtbaar is.
Het fragment dat in de uitzending is voorgelezen – en wat ook in beeld is – komt uit het ouderlingenboek “Weidt de kudde Gods” uit 2010. Het betreft een alinea die volgens de instructies in de brief van 1 september 2017 diende te worden doorgehaald. Zembla las het oude beleid voor en presenteerde dit als nieuw.
Bij deze het punt in de betreffende brief van 1 september 2017, waarin de genoemde richtlijn is opgenomen [vetgedrukt, RV]:
3. Van Bijbels standpunt uit bezien, is seksueel kindermisbruik een grove zonde (Deut.23:17, 18; Gal. 5:19-21; ks10 5:10; w97 1/2 29; g93 8/10 10,vtn.). Jehovah’s Getuigen hebben een afschuw van seksueel kindermisbruik (Rom. 12:9). Daarom zal de gemeente iemand die zulke weerzinwekkende dingen doet niet beschermen tegen de gevolgen van zijn ernstige zonde. De stappen die de gemeente onderneemt om een beschuldiging van seksueel kindermisbruik te behandelen, zijn niet bedoeld als vervanging voor de behandeling in kwestie door wereldlijke autoriteiten (Rom. 13:1-4). Daarom moeten het slachtoffer, de ouders of wie dan ook die bij de ouderlingen een beschuldiging meldt, er duidelijk over worden geïnformeerd dat ze het recht hebben aangifte te doen bij de wereldlijke autoriteiten. Ouderlingen mogen iemand die dat wil doen niet bekritiseren (Gal. 6:5).
In deze brief wordt het positiever geformuleerd dan in het ouderlingenboek van 2010. Het zou nog mooier zijn als ouderlingen slachtoffers en hun familieleden daadwerkelijk zouden aanmoedigen om aangifte te doen bij de autoriteiten, of hen daarin zouden steunen.
De relevantie van correcte informatie en beeldvorming
Zaken verkeerd of ongenuanceerd voorstellen helpt de zaak niet verder. Het leidt af van waar het echt om gaat. Voor Jehovah’s Getuigen bevestigt het alleen maar dat de media eropuit is hen negatief weg te zetten en hen aan te vallen in hun geloof.
Jehovah’s Getuigen hebben door het ‘ware religie’-denken een blinde vlek waar het hun problematiek rond seksueel misbruik betreft. Veel media hebben een blinde vlek aangaande religie en weten daardoor een aantal zaken niet goed te duiden. Zembla wil haar programma toegankelijk houden voor het gewone publiek en dat is begrijpelijk. Het mag echter niet leiden tot een ongenuanceerd en eenzijdig beeld van waaruit maar al te gemakkelijk verkeerd wordt geoordeeld.
One thought on “Zembla: de nuance”
Ik vind dit een beetje muggenzifterij. Uit de Zembla reportage blijkt zonneklaar dat deze organisatie seksueel misbruik binnenkamers wil houden. Documenten van de interne rechtspraak worden nog steeds niet vrijgegeven, waardoor duizenden pedofielen vrijuit gaan. Jehova’s getuigen zullen zich altijd aangevallen voelen, dat wordt hen van jongs af aan zo geleerd. De nuance is aan hen niet besteed. We hoeven ze niet te bekeren. Wij moeten deze misstanden openbaar maken zonder rekening te houden met hun gevoeligheden. De verhalen van de slachtoffers spreken boekdelen. En daar gaat het om!